Doorgaan naar hoofdcontent

Terug naar Wageningen

Onlangs ben ik naar een terugkomdag gegaan van de universiteit in Wageningen die werd gehouden voor iedereen die 25 jaar geleden daar was begonnen met studeren. De stap daar naartoe was groot voor mij. Ga ik wel en laat ik mijn handicap en alle gevolgen daarvan zien of ga ik niet? Ik besloot om wel te gaan. Ik vond het vreselijk leuk om iedereen weer te zien en te horen wat zij doen. Er waren hoogleraren bij, mensen op hoge functies in het bedrijfsleven, er waren mensen bij die besloten hadden om thuis te blijven als moeder. Als mensen duidelijk doen waar ze zelf achter staan en waar ze enthousiast over zijn, heeft dat iets moois. Ik vind het fijn me daarvoor open te stellen en mijn eigen situatie te accepteren en daarboven te gaan staan. Als ik oprechte interesse uitstraal, krijg ik dat ook terug. De
Rector Magnificus hield een goed verhaal over de visie van de landbouwuniversiteit op de toekomst, ik was erg onder de indruk en was opnieuw blij dat Wageningen een onderdeel van mij is. Hij vertelde tot slot over een fonds dat de universiteit steunt. Het stelt talentvolle jonge mensen uit arme gebieden in staat om in Wageningen te gaan studeren, net zoals wij dat ooit hebben kunnen doen. Het heet de Stichting Anne van den Banfonds. Ik heb het altijd zo mooi gevonden van Wageningen dat de universiteit je in contact bracht met de rest van de wereld. Ik heb een muziekstuk gevonden dat hierbij past en dat mij diep raaakt. Geoffrey Gurrumul Yunupingu is een blinde aboriginal die prachtig zingt over de geschiedenis van zijn volk.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Gelukkig Nieuwjaar, Claudy!  Door Brecht Daams - 11 januari 2021 Ondanks de Corona-lockdown mag Claudy wel bezoek ontvangen, gelukkig. Claudy ontvangt mij met keurig gekamd haar en hele mooie rode sloffen aan. En met veel citaten van haar favoriete filosoof, Cruyff. Elk voordeel heb zijn nadeel, wie zei dat ook al weer? Het is nog lang geen Carnaval, maar ik heb toch twee CD's met carnavalskrakers meegenomen. Het zijn namelijk   Limburgse   carnavalskrakers! Claudy kan de teksten goed verstaan, want het is zelfs Venlo’s! “Iech plök veur diech de sjterre”, “Op sjtap mit miene sjat”, en vele andere krakers. De gezellige muziek is een groot succes.  De CD’s zijn niet van mij, ik heb ze geleend en moet ze teruggeven, maar ik zal ze kopieëren voor Claudy. Laot mèr komme! (zo heet ook één van de nummers).  In oktober had Claudy zich tot mijn verrassing voorgenomen om in het nieuwe jaar niet meer te roken. Maar nu was ze dat zeer goede voornemen alweer vergeten. Dus nu heeft ze per ongelu

Een heel zwaar leven

Vorige week was ik op bezoek bij Claudy. Ze is binnen Nieuw Unicum verhuisd en woont nu bij een andere groep.  Als ik binnenkom roept Claudy meteen enthousiast: “Hoe is het met jou?” Ze is in een goed humeur. Zelf zegt ze dat ze een heel zwaar leven heeft. Echt heel zwaar. En dat is heel grappig, omdat het een lied van Brigitte Kaandorp is.  Het is binnenkort carnaval en Claudy is al helemaal in de stemming. Ze zingt enthousiast een Limburgse carnavalskraker. Eerst denk ik dat Claudy onverstaanbaar praat, maar dat is het niet. Ze zingt in het Limburgs en dat versta ik niet. Gelukkig wil Claudy het wel voor me vertalen. In het Nederlands gaat het zo: Bij ons in het straatje  Daar ging eens een praatje Dat Coba van Kret van Bertram Ging trouwen met Doris die 70 jaar is En niemand die snapt er wat van. Dat doet ‘m het voorjaar Dat ligt aan het lenteweer Want alles wat jong is Och dat vrijt zo graag Tatatata! Tatatata! In het Limburgs klinkt het beter