Het is altijd fijn als mensen je verbazen. Ik ben al maanden
in Nieuw Unicum in Zandvoort en heb vriendschap gesloten met Frank die hier ook
woont. Frank is intelligent en weet veel van kunst en muziek. We luisteren vaak
samen naar klassieke muziek. Frank kiest een stuk uit en vertelt me over de achtergronden waar ik weinig
van weet.
Samen hebben we naar de MattheĆ¼s Passion geluisterd. Dat maakte
emotioneerde hem, het bracht hem terug naar de sterfdag van zijn vader waarop de Mattheus ook een rol speelde. Dat de muziek hem zo aangreep,
verbaasde mij, normaal gesproken is Frank niet emotioneel.
Ik zie het als positief dat mensen zo geraakt kunnen worden door muziek. Dat is bij mij ook zo. Later hebben we buiten een glaasje wijn gedronken en een sigaret gerookt. Dat was een mooi moment.
Ik zie het als positief dat mensen zo geraakt kunnen worden door muziek. Dat is bij mij ook zo. Later hebben we buiten een glaasje wijn gedronken en een sigaret gerookt. Dat was een mooi moment.
Er zijn niet veel mensen in dit tehuis die ik leuk vind. Ik
weet dat dat mijn probleem is: ik vind mezelf intelligent en mensen waarvan ik
denk dat ze niet slim zijn, vind ik al snel niet interessant. Maar dat is niet
goed. En ik zie in dat je met verstand niet alles oplost. Mijn intelligentie kan
me niet helpen om mijn situatie beter te accepteren. Ik zie mensen die niet
slim zijn hun ziekte accepteren op een verstandige manier en Frank, die ik heel
slim vind, heeft zijn ziekte ook geaccepteerd.
Ik heb lang gedacht dat als ik me maar voortdurend richtte
op de schoonheid van het leven, de acceptatie zou volgen. Maar zo werkt het
niet, in ieder geval niet voor mij. Zo vind ik het nu ook moeilijk te
accepteren dat ik niet meer thuis kan wonen. Ik kan af en toe naar huis met
mijn kinderen en mijn man en dat is het dan. Mijn verstand weet dat ik daar
niet meer permanent kan wonen, maar mijn gevoel is niet zo ver.
-->
Wat nu? Met Frank wil ik een boek gaan schrijven. Over ms,
muziek en de kracht die je haalt uit een kutziekte. ‘Het is prut, Claudy, een
prutziekte,’ zegt Frank dan, ‘geen kutziekte maar prutziekte.’ Daar moet ik dan
wel weer om lachen.
Reacties