
Het gedicht deed mij denken aan mijn eigen jeugd. In die tijd was ik helemaal weg van Claude Debussy, Ik heb gekozen om een prelude van Debussy ‘la fille aux cheveux de lin’ mee te publiceren, De prelude heeft een open eind, passend bij het meisje, bij mijn jeugd, bij die van mijn vriendin en bij de tijd die onze kinderen nu ingaan.
Toegang
Mijn dochter, pril, op hoge stelten
in zwijgende verbondenheid
dragend mijn trui en broek, roept mij
naar boven toe om haar te helpen.
Zij wil haar kamer kunnen sluiten
Maar ’t slot zit vastgeroest. Ik zoek
gereedschap en terwijl ik schroef
denk ik: ik sluit mijzelf ook buiten.
Een kind ontluikt, en onverwacht
gaan deuren dicht. Vraag je waarom,
dan zegt zij: daarom, en zij lacht.
Wierook hangt in haar heiligdom.
Ik smeer het slot van binnen, buiten
en plaats het terug. En ik vertrouw
dat ‘k door haar kamerdeur te sluiten
de toegang naar haar openhoud.
Reacties